Beau van Erven Dorens: ‘Je zegt geen wildvreemde mensen gedag, dat doe je gewoon niet’
Beau van Erven Dorens: ‘Je zegt geen wildvreemde mensen gedag, dat doe je gewoon niet’
‘Er komt uit tegenovergestelde richting een meisje met een koptelefoon aanrennen’, schrijft Beau van Erven Dorens in zijn column voor Mezza. ‘Ze heeft haar blonde haar in een paardenstaart en komt met grote, soepele passen dichterbij. En daar loop ik, een vijftiger, in dribbelpas, met een zweterig, rood hoofd.’ Als ze vlakbij is, steekt Beau zijn hand op en zegt hij enthousiast gedag. ‘Ze kijkt geschrokken op uit haar hardlooptrance en in een seconde trekt ze haar hoofd scheef en knijpt ze haar ogen toe op een manier waaruit ik opmaak dat ze het bijzonder onprettig vindt dat ik haar groet. Ik laat van de weeromstuit mijn mond openvallen en wil iets zeggen om het vervelende gevoel bij haar weg te nemen, maar het woord ‘sorry’ struikelt uit mijn mond. Ze hoort het niet en rent verder, breeduit met haar hoofd schuddend, zodat ze zeker weet dat ik het zie.’
Beau van Erven Dorens: ‘Ik steek onmiddellijk mijn handpalmen in de lucht, alsof ik onder schot word gehouden’
Beduusd staat Beau van Erven Dorens haar daar op de stoep na te kijken. ‘En alsof ze het voelt, kijkt ze om en ze heft haar handen tegelijk naar mij op, als in: ‘Wat moet je nou! Engerd!’ Ik steek onmiddellijk mijn handpalmen in de lucht, alsof ik onder schot word gehouden, als symbool dat ik het zo niet bedoeld heb. Maar het is te laat, ze rent door en schudt nogmaals demonstratief het hoofd. Haar paardenstaart zwaait elegant heen en weer.’
Op een gegeven moment viel kennelijk het kwartje bij Beau van Erven Dorens. ‘Dit is een generatieconflict’, zegt hij. ‘Elkaar gedag zeggen, louter als teken van beschaving, bestaat niet meer. Het is gesneuveld in de zucht naar hypercorrectheid. Je zegt geen wildvreemde mensen gedag, dat doe je gewoon niet, want dan betreed je zonder toestemming hun privéleven.’