Jan Roos: Blijf met je poten van onze taal af
Jan Roos: Blijf met je poten van onze taal af
Er kwam dus extra taal bij, tegenwoordig worden er alleen maar woorden geschrapt. Ik heb met Dennis jaren geleden een enorme discussie gehad over het woord ‘blank’. Hij vond dat ik dat niet meer moest zeggen en de term ‘wit’ moest gebruiken. We zijn nu een tijd verder en hij zegt wit en ik nog steeds blank. Want ik kan er bijzonder slecht tegen dat een stel deugneuzen dat gaat bepalen, het is namelijk allemaal onderdeel van woke, wat ik wel en niet mag zeggen. Waarom zou ik mijn huidskleur anders moeten benoemen, omdat een stel linkse radicalen dat willen. En diezelfde lui zeggen ook dat ik bijvoorbeeld het woord ‘neger’ niet meer mag gebruiken. Als een donker persoon die term vervelend vindt wil ik dat best niet meer zeggen, maar als ik in dezelfde situatie zeg dat ik het niet fijn vind om wit te worden genoemd ben ik een racist. Blijkbaar mag ik dingen niet zeggen en mag ik ook niet over mijn eigen term gaan. Dat gaat mij twintig bruggen te ver.
Jan Roos: “Waarom zou ik mijn huidskleur anders moeten benoemen, omdat een stel linkse radicalen dat willen.”
Taal is mijn zwaard. Ik geloof niet in knokken, ik geloof in discussie. In dialoog, monoloog, ruzie, humor, belediging en verbroedering. Allemaal op basis van het gesproken woord. Het schrappen van woorden omwille van politiek is mij een doorn in het oog. In de Libelle zag ik dat men de Bijlmerramp tegenwoordig ‘de vliegramp in de Bijlmer’ noemt. Uit angst voor discriminatie van inwoners van de Bijlmer. In de NRC staat vandaag een stukje van de hoofdredactie over de term ‘neutraliteit’. Hun stelling is dat een hoofddoek niets over neutraliteit zegt. Wat het natuurlijk per definitie wel doet. De term neutraliteit heeft dus een andere invulling gekregen om politieke redenen. Wat deze aanpassingen doen is niet onze taal uitbreiden, maar afbreken. Straks moet je elke woord wegen of het wel past in de ideologie van een stel snel gekwetsten. Ik pas daarvoor omdat ik niemands knecht ben, maar ook omdat ik het met elkaar vrijuit kunnen spreken, het allerhoogste goed in een vrije samenleving vind.