Sander Schimmelpenninck krijgt doodsbedreigingen: ‘Ik weet waar je woont’
Onveilig gevoel
Columnist en televisiemaker – en walgelijke – Sander Schimmelpennick houdt zich liever schuil in zijn huidige woonplaats Göteborg, in Zweden. Hij vertelt dat hij zich daar een stuk veiliger voelt dan hier in Nederland. In Nederland is hij vaak angstig als hij ergens loopt. “Ik zou denken: die meneer die langsloopt, kijkt naar mij, of straks kom ik weer een bekende tegen en daar heb ik geen zin in. Hier kent niemand mij.” Zo populair ben je niet hoor Sander, doe maar rustig.
Door zijn pittige opmerkingen tegen extreemrechts, wat hij uitmaakt voor ‘domrechts’ of ‘tokkievolk’ ontvangt hij een hoop bedreigingen en doodswensen, vooral via anonieme accounts op sociale media.
“Sinds ik columnist ben bij de Volkskrant, en mij dus nadrukkelijker uitspreek in het publieke debat, heb ik alleen maar last van extreemrechts op social media. Ik spreek mij uit tegen extreemrechts”, vertelt Sander. “Extreemrechts is ontzettend dominant op social media. Daar is een zogenaamd ecosysteem opgetuigd met influencers met veel volgers. Als die influencers hun ’trollen’ op jou afsturen, dan gaan ze die persoon intimideren. Die intimidatie bestaat uit bedreigingen, laster en stalking.”
Sander Schimmelpenninck krijgt doodsbedreigingen: ‘Ik weet waar je woont’
“De grootste trend is het speculeren over iets slechts wat mij zou overkomen”, vervolgt hij. “Bijvoorbeeld: ‘Ik denk dat jij nog weleens de verkeerde tegenkomt’. Of een variant: ‘Ik hoop dat het lachen jou snel vergaat’. Dat zijn een soort subtiele bedreigingen die op social media heel veel voorkomen. Maar er zijn ook concretere berichten, zoals: ‘Ik weet dat je daar woont, ik weet dat je daar naar de sportschool gaat en ik weet dat jouw vriendin op dat adres in Zweden woont’. Handgeschreven brieven naar mijn schoonouders in Zweden. Krankzinnig. Dus het gaat van vaag en veel naar minder en concreet.”
Hij voelt zich zodanig geïntimideerd door nep accounts, dat hij het, maar op onderduiken zet. Volgens die jankerd krijgt hij van zijn collega’s bij de NPO en VPRO, voor wie hij programma’s maakt, maar weinig steun. “Je voelt je alleen”, zegt hij daarover. Hij maakt die opmerkingen tenslotte toch echt zelf.