Tijs van den Brink blikt terug op coronatijd: ‘Er waren mensen die bewust leugens de wereld in hielpen’
Tijs van den Brink blikt terug op coronatijd: ‘Er waren mensen die bewust leugens de wereld in hielpen’
“Dat geeft je een zekere verantwoordelijkheid. Bovendien word ik betaald van publiek geld, dan moet je ook publiekelijk verantwoording afleggen”, aldus Tijs van den Brink, die twee groepen coronasceptici onderscheidt. “Er waren mensen die echt onzin verspreidden, het virus ontkenden of bewust leugens de wereld in hielpen. Daar heb ik niets mee. Maar er was ook een groep die vanuit een ander perspectief naar corona keek en die echt niet gek was, maar wel voor gek werd verklaard. Met die mensen wilde ik in gesprek.”
“Ik ben langs gegaan bij Ronald Meester, hoogleraar waarschijnlijkheidsrekening aan de VU, een gerespecteerde man met verstand van modellen”, vervolgt Tijs van de Brink. “Die weigerde, net als vele anderen, de QR-code. Hebben we die groep wel serieus genoeg genomen? Eigenlijk niet, denk ik.”
Vaak zaten Willem Engel, Fajah Lourens en Tisjeboy Jay aan tafel bij Op1. Wat heeft Tijs van den Brink daarover te zeggen? “En altijd zetten we er virologen, of andere wetenschappers met verstand van zaken tegenover”, legt hij uit. “Maurice de Hond wees al heel vroeg op de verspreiding via aerosolen. Je kunt van alles zeggen over de stelligheid waarmee hij dat beweerde, maar daar heeft hij wel gelijk in gekregen. Ik vind het dus nog steeds terecht dat wij hem hebben uitgenodigd.”
‘Neem die avondklok, dat was me nogal wat’
Volgens Tijs van den Brink wordt er te weinig teruggeblikt op de coronaperiode. “Ik vind het bizar dat er door politiek geruzie geen parlementaire enquête komt. Het was een van de grootste maatschappelijke ontwrichtingen sinds de Tweede Wereldoorlog. Er is verregaand ingegrepen in allerlei grondrechten, over het algemeen met goede redenen, is mijn inschatting. Maar daar moet je achteraf toch op reflecteren?”, vertelt hij. “Neem die avondklok, dat was me nogal wat. Ik denk dat we kunnen vaststellen dat die nauwelijks tot niet heeft gewerkt. Het lijkt me niet meer dan logisch om daarop terug te blikken.”