Viespeuk Matthijs van Nieuwkerk laat van zich horen: “Dat wist ik niet”
Viespeuk Matthijs van Nieuwkerk laat van zich horen
Viespeuk Matthijs van Nieuwkerk praat voor het eerst met de media over de kwestie sinds de rel. Volgens de narcist bestonden er ‘verschillende werkelijkheden naast elkaar’, zo laat hij NRC optekenen. “Er waren mensen die zich niet herkenden in het Volkskrant-verhaal, die het echt wel pittig vonden om voor het programma te werken, maar toch vooral een inspirerende tijd hebben gehad. Er waren ook zeer confronterende gesprekken met collega’s met wie ik heel veel jaren, dacht ik, met plezier had samengewerkt en met wie ik soms nóg werkte, die nu toch zeggen: ik vond je intimiderend en ik vond het moeilijk dat toen tegen je te zeggen.”
“Dat was voor mij ook iets om goed over na te denken”, vervolgt viespeuk Matthijs van Nieuwkerk. “En dan zijn er mensen die echt vermalen zijn door de scharen van het programma. En daar had ik een aandeel in, en pijnlijker: daar had ik geen oog voor.”
Burn-outfabriek
Matthijs hangt een zielig verhaal op en geeft aan dat hij wist dat hij streng en driftbuien had. “Maar wat ik niet wist: dat we – zoals op de voorpagina van de Volkskrant stond – een burn-outfabriek waren. Dat we zoveel mensen achter de schermen ongelukkig hebben gemaakt. Ziek hebben gemaakt. Ik schaamde me helemaal kapot na het lezen van het verhaal. Ik wist niet dat het voor sommige mensen zó ernstig was. En dat spijt me ontzettend.”
Viespeuk: “Stom, stom, stom”
Meneer de presentator is van mening dat hij eind vorig jaar te heftig reageerde toen de kwestie dankzij RoddelPraat uitlekte. “Het voelde in eerste instantie eenzijdig en buitenproportioneel. Ik vond dat er per se een reactie van mij bij dat stuk moest. Dat was in die hectiek natuurlijk buitengewoon onverstandig. Ik had me schrap gezet en reageerde vanuit een verdedigende reflex. Stom, stom, stom. Ik had gewoon moeten zeggen: jongens, time-out. En drie weken bedenktijd moeten nemen. De hele storm over me heen laten komen en daarna benoemen wat wél waardevol was aan het stuk en ruiterlijk mijn excuses aanbieden voor wat er niet goed is gegaan.” Wat een zielenpoot.