André Hazes doet interessant: ‘Ik kom natuurlijk wel ergens vandaan’

“Ik kom natuurlijk wel ergens vandaan”, begint André Hazes in zijn Story op Instagram. “Ik heb vijftien jaar lang lang leven de lol met dit gedeelte gedaan”, zegt hij, waarna de man naar zijn neus en mond wijst. Uiteraard doelt André hiermee op zijn voormalige verslaving aan verboden middelen.

Om die reden was André Hazes zenuwachtig om naar een nieuwe tandarts te gaan. “En het eerste wat ik zei toen ik binnen was een soort reflex: ‘Ik ben verslaafd geweest aan verschillende dingen, maar nu niet meer.”

“Weetje wat ook echt slecht is, geloof me, dat snus. Ik heb dat snus echt jaren gedaan”, vervolgt André Hazes. “Dat zijn die zakjes onder je tandvlees. Daar ben ik gewoon echt de lul van geweest. Mijn hele tandvlees is gewoon boos op mij, kwaad. (…) Maar nu kan ik er weer tegenaan gaan.”

André Hazes: ‘Geen momenten meer dat je ‘s ochtends wakker wordt en denkt: ik moet iets uitleggen of wat heb ik gedaan’

André Hazes was twee weken geleden drie jaar nuchter en dat mochten al zijn volgers op Instagram weten ook. In een uitgebreide video on the gram blikte meneer terug op de tijd toen hij nog verslaafd was.

“Het is vandaag 14 september 2024 en dat betekent iets”, aldus de dertigjarige André Hazes. “Het is een hele belangrijke datum, want ik ben vandaag drie jaar clean en sober. Zo heet dat. Eigenlijk sta ik er niet zo veel meer bij stil, ik wil er niet te veel mee bezig zijn, omdat het anders zo’n ding wordt, net zoals wanneer je gestopt bent met roken en je elke dag gaat kijken hoe lang je al niet meer rookt. Dat werkt volgens mij niet. Het is vandaag drie jaar. En ik vind het echt bizar. Het is voorbij gevlogen. Het leven is nu zo chill.”

Nu heeft André Hazes geen katers mee. “En geen gezeur. En geen momenten meer dat je ‘s ochtends wakker wordt en denkt: ik moet iets uitleggen of wat heb ik gedaan.” Kennelijk kwam meneer vaak laat thuis in de ochtend, terwijl de rest van het gezin nog lag te slapen. “Dan ging ik heel stiekem op de bank zitten kijken of ze kwamen en deed ik alsof ik sliep.”