Douwe Bob is twee maanden clean: ‘Het is een wonder dat ik nog leef’
Douwe Bob is twee maanden clean: ‘Het is een wonder dat ik nog leef’
“Ik ben een intense gast”, aldus Douwe Bob in gesprek met het Algemeen Dagblad. “Deze dagen ben ik steeds bezig met interviews en met repeteren voor de tour die eraan komt. Aan het eind van zo’n dag wordt het soms erg veel en dan zou ik echt een arm geven voor een fles wijn. Gewoon om te verdoven.”
Je zou denken dat Douwe Bob een afkeer heeft gekregen aan drank, aangezien hij zijn vader erdoor verloor. “Maar dat is niet het geval”, legt hij uit. “Toch wil ik die ketting nu breken. Anouk (partner, red.) helpt me daarbij, zij heeft aan mij gezien wat alcohol kapot maakt, zij heeft niet eens zin meer om zelf iets te drinken. Van mij mag ze hoor, ik heb er een hekel aan als mensen het alleen voor mij laten staan. Ik heb ook tegen de jongens van de band gezegd: neem gewoon een biertje. Voor mij is nul-komma-nul-bier een goeie uitvinding, want ik ga geen f*cking sinas drinken aan de bar.”
Douwe Bob: ‘Voor mij is het opmaken van mijn bed een kleine victory’
Verder leren we dat Douwe Bob zichzelf een goede vader vindt. “Ik verlang ook niet meer te zijn dan dat” vertelt de man. “Tien jaar had ik geen enkele structuur, nu bepaalt Elias (zoon, red.) mijn ritme. Ik sta vroeg op en onderdruk mijn neiging me nog een keer om te draaien. Sinds nieuwjaarsdag begin ik een dag geregeld met een ijsbad, dat heb ik overgenomen van Arie Boomsma, die vlakbij me woont. Dat is een overwinning op mezelf, net als het opmaken van mijn bed. Ja, voor anderen is dat misschien doodgewoon, voor mij is het opmaken van mijn bed een kleine victory.”
Alleen zijn partner en moeder mogen Douwe Bob corrigeren. “Ik heb het soms nodig dat iemand me op mijn fl*kker geeft. Ik ken geen man die dat bij mij kan doen, daar ben ik te veel een haantje voor.” Volgens Douwe zijn vrouwen daar ‘beter’ in. “Die denken wat langer na voor ze iets zeggen. Dat ik er nog ben, is sowieso aan mijn moeder en Anouk te danken. Weet je, het is een f*cking wonder dat ik nog leef.”