Het NOS Journaal krijgt een nieuwe weervrouw. Het gaat om de 25-jarige Roosmarijn Knol. Voorheen zou ik zeggen lekker belangrijk, maar tegenwoordig is dat een omstreden functie. Dat heeft alles met de voorganger van Roosmarijn te maken, Gerrit Hiemstra. Deze man heeft van een lullig kletsverhaal over mogelijk regen of hagel een politiek gestuurd verhaal gemaakt.

Nieuwe weervrouw NOS gaat nu al de fout in

De hoop is dat Roosmarijn zich gaat bemoeien met het weer. Dus met de vraag of het de volgende dag warm is of gaat sneeuwen. En zich niet bemoeit met een vak dat ze niet heeft, namelijk klimaatwetenschap. Een meteoloog doet op basis van schattingen en ervaring een voorspelling. Meestal in de buurt, maar vaak genoeg er helemaal naast. 

Gerrit Hiemstra deed net alsof hij ook verstand had van het klimaat. Het schotelde ons doembeelden en verhalen voor om maar duidelijk te maken dat we allemaal heel erg doodgaan aan de opwarming van de aarde. Als het vier dagen heet was in de zomer was dat het absolute bewijs van klimaatverandering en als het weken koud was in de zomer, zoals nu, dan was dat gewoon weer en moesten we daar geen conclusie aan verbinden.

Gerrit Hiemstra deed net alsof hij ook verstand had van het klimaat

De reden dat Hiemstra zo verschrikkelijk bezig met het klimaat is heeft dus weinig met expertise te maken, maar vooral met zijn bankrekening. Met zijn bedrijf voor klimaatpraatjes haalt de rooie weerman miljoenen op. Hoe slechter het klimaat, hoe meer geld voor Gerrit. 

De nieuwe weervrouw geeft nu al een kijkje in haar keuken. “In Nederland zijn het weer en het klimaat geregeld onderwerp van gesprek”, aldus Knol. “De weerpresentator levert daar een belangrijke bijdrage aan en ik kijk ernaar uit om over dit onderwerp contact te hebben met de kijker en de luisteraar.” Daar gaan we alweer. 

Het klopt dat weer en klimaat onderwerp van gesprek zijn, maar het klopt niet dat het de taak van een weervrouw is om over dat laatste onderwerp te praten aangezien een meteoloog er de ballen verstand van heeft. Laat dat over aan de mensen die daarvoor hebben gestudeerd. Je vraagt immers ook een slager niet wat hij van een hersenoperatie vindt omdat dat ze allebei in vlees snijden.