
De messen worden weer geslepen in stikstofland. Natuurorganisaties zijn woest nu via meerdere media opnieuw stikstofplannen van het kabinet zijn uitgelekt — plannen die volgens Greenpeace “het zoveelste vage plan” vormen. De milieuorganisatie, die recent nog een stevige overwinning in de rechtbank boekte, overweegt opnieuw juridische stappen. Ook Mobilisation for the Environment (MOB) noemt het beleid “domheid ten top” en heeft al aangekondigd nieuwe rechtszaken voor te bereiden.
Aanleiding voor alle ophef is een opvallende wending in de stikstofaanpak: in plaats van te sturen op hoeveel stikstof daadwerkelijk in kwetsbare natuurgebieden neerslaat, wil het kabinet zich nu richten op de uitstoot bij de bron — dus direct bij boeren, bedrijven en verkeer. In 2035 moet de totale uitstoot ongeveer gehalveerd zijn. Hoe dat precies gemeten gaat worden? Dat weet niemand nog. Maar ach, wie heeft er meetbaarheid nodig als je ook gewoon op gevoel beleid kunt maken?
Kabinet komt met nieuwe stikstofplannen, maar niemand is tevreden – behalve de papierindustrie
In een poging om weer wat beweging te krijgen in het vastgelopen stikstofdossier, komt het kabinet met een nieuw soort beleid: in plaats van te kijken naar hoeveel stikstof daadwerkelijk op natuurgebieden neerslaat, moet nu de uitstoot bij de bron worden aangepakt. Boeren, bedrijven en het verkeer zijn de klos — maar hoe die uitstoot precies gemeten of berekend gaat worden, is nog onduidelijk. Geen details, geen concrete rekenmethodes, maar wel alvast heel veel papierwerk.
Rondom kwetsbare natuurgebieden zoals de Peel en de Veluwe worden gebiedsgerichte trajectcontroles en bufferzones van 250 meter voorgesteld. Binnen die zones zouden zo’n 1800 boerenbedrijven moeten inkrimpen of zelfs verdwijnen. Er is tussen de 4 en 7 miljard euro nodig om dit allemaal te compenseren, maar – verrassing! – dat geld is er nog niet. Voor de Peel en de Veluwe is wél alvast een beetje gereserveerd, dus daar mogen ze als eerste de klos zijn. Daarnaast wordt gedacht aan subsidies voor het slopen van oude diesel- en benzineauto’s, én strengere afspraken met grote industriële stikstofuitstoters.
Maar zelfs dat is nog niet genoeg voor de milieuclubs, die met de stopwatch in de hand en een wetboek onder de arm langs de zijlijn staan te roepen dat alles “dom” en “onvoldoende” is. Greenpeace, MOB en consorten vinden dat de riem nog strakker moet. Nee, nóg strakker. Zó strak dat er nieuwe gaatjes in geponst moeten worden. Waarom? Omdat een rechter in een eerdere zaak oordeelde dat het kabinet Europese stikstofdoelen móét halen — een uitspraak gebaseerd op beleid waar geen enkele gewone sterveling nog wijs uit wordt.
Kortom: het kabinet schrijft wetten vanwege een bizarre rechterlijke uitspraak over bizar Europees beleid, en bizarre milieuorganisaties klagen vervolgens de staat aan omdat die wetten niet bizar genoeg zijn.
Maar goed, heb jij al een nieuwe woning gevonden? Want met dit beleid wordt bouwen nog even uitgesteld. Misschien kun je intrekken in een leegstaand boerenbedrijf binnen die 250 meterzone. Mits je niet ademt, geen auto rijdt en alleen digitale stikstof uitstoot.
Rekenmodel boven realiteit: welkom in de Nederlandse stikstofbubbel
De overheid zit inmiddels met een klimaatplan dat leest als een handleiding voor het bouwen van een IKEA-kast: een hoop onderdelen, vol bureaucratisch jargon, weinig overzicht en een over aantal jaar realiseer je dat het een slechte aankoop was.
Want terwijl ambtenaren druk zijn met emissie-coëfficiënten, emissiereductiecurves en juridische doelstellingen, en voorspellingen had niemand even de tijd om gewoon naar buiten te lopen en de grond in de Veluwe aan te raken.
Ministerie van Wandelen: de enige hoop voor de stikstofcrisis
Mijn tip aan Den Haag: Zet die beleidsnota even op pauze, loop eens een natuurgebied in en adem diep in. Voel je dat? Dat is lucht. Geen PDF. Geen Excel-bestand. Geen modelberekening. Gewoon lucht. Misschien dat als we allemaal een beetje meer kijken naar het Nu, we vanzelf ontdekken dat oplossingen soms niet in een rekenmodel of spreadsheet zitten — maar in gezond verstand.