Uitspraak in zaak Tom Egbers: ‘Moet met NOS tot schikking komen’

Tom Egbers en de NOS hebben tot Pasen de tijd om tot een schikking te komen over zijn terugkeer op de landelijke televisie. Hij was, zoals bekend, niet op tv vanwege beschuldigingen van grensoverschrijdend gedrag binnen de redactie. Advocaat van de NOS licht toe waarom een terugkeer zo ingewikkeld is. “Een deel van de collega’s dreigde weg te blijven als hij zou worden ingezet. Als Egbers eerder ruimte had gegeven aan het idee dat werknemers zich door hem onveilig hebben gevoeld… dan was een terugkeer van Egbers naar de redactie wellicht een mogelijkheid geweest.”

Tom is in dat jaar aan de slag gegaan met een coach en psycholoog. “Er is geen enkele formele klacht ingediend of melding gedaan waar Tom zich tegen kon verweren”, zegt zijn advocaat. De NOS spreekt van 28 meldingen, maar de advocaat van Egbers geeft aan dat hij daar niks van af weet. “Tom wordt onevenredig hard getroffen: hij is geen gewone werknemer. Als Tom op non-actief wordt gesteld dan is heel Nederland daarvan op de hoogte.”

De NOS is nog altijd van mening dat het op non-actief stellen van Tom, in goed overleg is gegaan. Maar volgens de advocaat van Egbers is daar niks van waar. “Tom is met ingang van 11 maart de toegang tot de werkplek ontzegd door de NOS. Een opmerkelijke zet bij een werknemer die al veertig jaar lang in dienst is, vooral omdat er geen concrete voorbeelden worden gegeven,” meent Quant. “Ik daag de NOS uit om aan te tonen waar de voorbeelden die ze hebben gegeven staan.”

Motivatie van Tom Egbers

Tom voelt zich redelijk genaaid door zijn werkgever, maar keert toch graag terug op tv. Hij legt dan ook uit waarom hij terug wil keren. “Omdat het mijn vak is. Omdat ik niet via de zijdeur weg wil gaan. Omdat ik nog goed mijn werk kan uitvoeren. Ik wil niet dat het mijn legacy aantast. Ik wil niet die man zijn die voortijdig af is gezwaaid. In het persbericht van NOS was de absolute voorwaarde dat ik mijn excuses aan moest bieden. Ik wil dat best doen, maar dan wil ik wel weten aan wie en waarvoor ik excuses aanbied.”