
Burgemeester Femke Halsema heeft tijdens de Holocaust-herdenking in de Hollandsche Schouwburg namens de gemeente Amsterdam officieel excuses aangeboden voor de rol die de stad speelde bij de Jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het is de eerste keer dat de gemeente deze verantwoordelijkheid officieel erkent.
''Iedereen deed mee''
In haar toespraak benadrukte Halsema dat het Amsterdamse stadsbestuur en haar ambtenaren destijds niet alleen kil en formalistisch handelden, maar zelfs actief meewerkten aan maatregelen van de bezetter. Van de ruim 80.000 Joodse Amsterdammers zijn er uiteindelijk 60.000 vermoord. Ook kondigde ze tijdens deze toespraak een investering van 25 miljoen euro aan voor de toekomst van Joods leven in de stad.
Wat Halsema beschreef, was geen passieve nalatigheid — het was ijskoude, systematische medeplichtigheid. De bevolkingsadministratie registreerde Joden nog vóórdat de nazi’s het gemeentebestuur hadden overgenomen. De politie, de GVB, de trams — iedereen deed mee. Niet onder dwang, niet met tegenzin, maar administratief strak en punctueel, precies zoals de bezetter het graag zag.
Tram 8, ooit gewoon een vervoermiddel in de hoofdstad, veranderde in een rijdende voorportaal naar de hel. Opgestapeld in de Hollandsche Schouwburg werden gezinnen uit elkaar gerukt. Ze waren op naam, op adres in kaart gebracht door hun eigen gemeente. En overgeleverd aan de bezettter. Dit moet naar mijn idee dan ook een herinnering zijn. Niet alleen aan de slachtoffers, maar ook als waarschuwing: macht, controle, en uw privacy in één hand leggen — dat kan gruwelijk misgaan.
En ja, herdenken is belangrijk. Vrijheid moet gevierd worden, slachtoffers verdienen onze eeuwige eer. Maar misschien moeten we ook een grens trekken (als in niet je schuldgevoel afkopen). Iemand die vandaag excuses maakt voor wat andere mensen tachtig jaar geleden deden – streeft mijn inziens zijn doel voorbij– Zeker als die excuses vooral klinken als een morele selfie. “Kijk mij eens goed bezig zijn.”